donderdag 22 maart 2012

Oneens met Joost Zwagerman

Gisteren was Joost Zwagerman bij de wereld draait door. Daar hield hij een betoog over "het beeld van de stilte". Hoe ziet stilte eruit. Aanleiding hiervoor was de verstilde landschappen die nu in het van Gogh museum te zien zijn in het kader van de expositie Dreams of nature. En; toegegeven; Joost Zwagerman geeft hier een mooi pleidooi over hoe stilte er uit zou moeten zien. Maar toch gaat het naar mijn idee ergens fout. Hij zegt te recht dat een verstild beeld van de Theems van Abbott McNeill Whitler niet de stilte toont, maar een beeld van de stilte. Maar dan gaat hij verder en wordt het betoog minder sterk. Bijna clichematig komt hij uit bij de grijzen van Gerhart Richter en uiteindelijk het wit van Robert Ryman (ik had nationalistischer gekozen en dan op zijn minst Jan Schoonhoven genomen, maar Ryman was eerder en dus beter te verdedigen), maar is dit wel De stilte... Er klopt iets niet, dacht ik. Stilte ziet er niet uit als een wit canvas. Dat is geen stilte, maar een gebrek aan fantasie. Of als je het positief zou willen benadere; een poging van iemand om een statement te maken over kunst en wat kunst zou moeten zijn. Maar dat zou je naar mijn idee niet op een doek moeten doen; schrijf het op, geef er een lezing over, maar niets doen en het als kunst verkopen is te makkelijk. Een schilderij is geen spandoek!
Maar goed... terug maar de stilte. Als stilte de afwezigheid van geluid is is het makkelijk om te zeggen dat de afwezigheid van beeld de verbeelding van de stilte is. Maar is dit wel zo. Een wit doek is geen stilte! Waarom is een wit doek geen stilte? Juist om de bovengenoemde reden. Het witte doek schreeuwt! Het schreeuwt om aandacht; om een reactie. Het is gemaakt met als enige doel om een reactie te ontlokken. En dat lukt; de een vindt het geweldig bedacht (echt die mensen bestaan) de ander vindt het zonden van de gemeentelijke subsidie die verstrekt is om de aankoop van het te duur betaalde werk mogelijk te maken en de derde vindt dat zijn nichtje van 3 dat ook wel kan maken, sterker nog hij/zij zelf is daar nog wel toe in staat (zie blog afreken met clichés). Maar iedereen heeft een mening en daarmee van alles in zijn hoofd. Een storm van reacties en geen stilte dus.  
Wat is stilte dan wel. Het beeld van stilte is een beeld wat geen reactie opwekt. Net als dat de afwezigheid van geluid geen reactie los maakt. Er is immers niets om op de reageren. En dan wordt het dus een stuk lastiger om te benoemen welke vorm van kunst stilte zou moeten vertegenwoordigen, want voor iedere vorm is wel een liefhebber te vinden. Dus moeten we naar een generalisatie. En opzoek naar wat het publiek het minst aanspreekt. En dan wordt het makkelijker. Loop een willekeurig museum in en kijk waar mensen zonder op of om te kijken langs lopen (of naar welke gedeelte van het museum mensen überhaupt niet bezoeken). Daar vinden we de stilte
En waar vinden we die dan? Waarschijnlijk bij de 17de eeuwse portretkunst. En dan niet van Rembrandt, want zodra er een bekende naam bij staat zijn mensen in een keer wel bereid om te kijken. Nee, portretten van anonieme meesters. Portretten van oude gezichten die vaak met z'n allen in de zelfde zaal worden gepresenteerd (zo dat het museum, maar één zaal op hoeft te offeren aan dit werk waar niemand belangstelling voor heeft, maar waarvan zij toch het idee hebben dat ze het moeten tonen). Met verstilde blikken hangen ze daar. Ze getuigen van een geschiedenis die ook stil geworden is, omdat ze uit een tijd komen waar de meeste mensen niets meer van weten en geen eigen herinneringen meer aan kunnen hebben. We weten niet wie de mensen zijn, wat ze deden en dachten en wie ze geportreteerd heeft. De achtergronden zijn zwart om zeker te stellen dat deze ook geen reactie los kan maken. De stilte dus... Dat is wat er overblijft. Deze stilte wordt nog eens extra onderschreven, omdat er in het betrevende gedeelte van het museum niemand komt. Daar sta je dan... stil in de tijd. Tientalle stille ogen die je aan kijken alsof ze al weten dat ook jij ooit vergeten zal zijn.

Uiteraard voeg ik dit keer aan de blog geen beeld toe, omdat dit de stilte verbreekt. Zou je 1 portret uitlichten en presenteer op een andere manier, dan roept het onherroepelijk wel een reactie op en ben je je beeld van de stilte weer kwijt. Zo fragiel kan stilte zijn.     

woensdag 21 maart 2012

Waar rook is... is Maarten Baas

De fascinatie voor vuur laat de mens nooit los. Het is niet voor niets een van de eerste woorden die je op de basis-school leert. Vuur is soms niet wenselijk, maar als je het weet te beheersen komen er mooie dingen van. In het gevecht met vuur won Maarten Baas (1978).

Maarten Baas is een van Nederlands meest in het oog springende ontwerpers van dit moment. Maarten Baas debuteerde in 2002 met zijn Smoke serie, waarmee hij zijn opleiding aan de design academie in Eindhoven afsloot. Voor deze serie stak Maarten Baas verschillende stoelen, tafels en ander meubulair in de fik om het optijd weer te blussen en zo te bewerken dat de verkoolde meubelen weer buikbaar waren. Deze serie werd goed ontvangen en kon rekenen op veel belangstelling van musea en kunstcritici, mede vanwege het feit dat Maarten Baas niet zomaar meubelen in de fik stak, maar ook koos voor designklassiekers. Zo ging o.a. de Zig-Zag en de Rood-blauw van Rietveld in vlammen over naar een nieuw leven.
In 2004 deed Maarten Baas dit nogmaals in New York waar hij bij Moss-gallery exposeerde. Hier moesten de meubelen van Eames, Macintosh en Gaudi het ontgelden. Ook hier veel lovende kritieken en zo werd Maarten Baas een van onze belangrijkste ontwerpers van dit moment.
In 2009 maakte Baas een serie Real-time klokken, waarbij hij mensen in 24 uur de wijzers van de tijd op verschillende manieren voort liet zetten en legde dit op film vast. Andere bekende series zijn de Klei meubels (clay furniture); welke tevens te zien zijn in het restaurant van het Groninger museum en gebruikt werden voor het decor van Zomergasten; en de gelimiteerde Treasure furniture reeks. Voor de Treasure meubelen gebruikte Baas rest stukken van in massa geproduceerde meubelen. Omdat de Massa procuten steeds van gelijke planken gemaakt werden, waren de afval stukken ook steeds het zelfde. Hiervan maakte Maarten Baas weer nieuwe producten.
Voor de productie werkt Maarten Baas samen met Bas den Helder. Samen maken ze alle meubelen uit de collectie. In 2009 wordt het team iets verder uitgebreid en komt er een productiestudio in een boerderij vlakbij Den Bosch (om zo aan de toenemende vraag te gemoet te komen). Ook worden er enkele ontwerpen zoals de Smoke-chair in productie genomen door grotere bedrijven (zoals in dit geval door Moooi; het bedrijf van Marcel Wanders).
Maar echt massaproductie wordt het nooit. Maarten Baas maakt veel in opdracht van verzamelaars en musea en is ook van mening dat design niet voor iedereen bereikbaar hoeft te zijn. Zijn werk wordt dus ook niet overal verkocht en meestal alleen in opdracht voor galeries of kunst/designbeursen gemaakt. Zo maakte hij voor de design-winkel van Christiaan Ouwens een serie van 5 unica Smoke-klokken (2006). Twee koekoeksklok modelen en drie hang-modelen. Een van deze klokken hangt nu bij ons aan de muur; omdat ik dit jaar 30 word. De tijd heeft dus niet stil gestaan en wat is er dan een mooier cadeau dan een vergankelijkheidssymbool in de vorm van een verbrande antieke klok.

Smoke-klok - Maarten Baas (2006)
Tip van de dag: 1. niet zelf met lucifers aan de gang gaan, het wordt toch geen Maarten Baas. 2. Hieruit volgend: niet in het cliché vervallen dat je zelf ook wel een klok in de fik kan steken; dat kun je namelijk niet (zie blog afrekenen met clichés). 

dinsdag 13 maart 2012

Christien Meindertsma SOLO

Hoewel Christien Meindertsma nog niet zo'n heel groot ouevre heeft, heeft zowel het Textiel Museum Tilburg als het Zeeuws Museum Middelburg besloten een expositie te wijden aan een van de leukste ontwerpster van ons land.


Christien Meindertsma (1980) studeerde in 2003 af aan de Design Academy in Eindhoven. In haar afstudeerwerk zie je direct dat Christien Meindertsma anders is dan de meeste ontwerpers. Ze koos er niet voor om een industrieel product te maken, maar juist om weer terug te gaan naar de basis. Onderzoek naar waar het product vandaan komt en het hele productieproces is hierin minstens zo belangrijk als het eindproduct. Dit is goed terug te zien in One Sheep Sweater; van de wol van 1 schaap maakte ze precies 1 trui + paspoort; zodat het duidelijk is van welk schaap de trui afkomstig is. Deze vorm van onderzoek zie je ook terug in haar boeken. Met haar boek PIG 05049 wist ze veel aandacht te trekken. Dit boek werd veel bekroond (Dutch Design Award 2008), besproken en tentoongesteld (en bevindt zich nu bijv. ook in de collectie van het MoMA in New York). Het boek laat zien wat er allemaal van 1 varken gemaakt kan worden; van vlees tot kwasten, hartkleppen, sigarettenfilters en snoepjes.
Checked Baggage toont de volledige inhoud van 1 douane-container die Christien Meindertsma na 9/11 opkocht. Alle items werden zorgvuldig gerangschikt; scharen bij scharen, aanstekers, nagelvijltjes, schroevendraaiers enz. Gelabeld, gefotografeerd en genummert in een catalogus. Bij aankoop van een catalogus krijg je 1 item uit het boek er bij.  
Maar Christien heeft ook dingen gemaakt die handzamer en decoratiever zijn. Haar bekenste ontwerp is de Urchin Pouf. Gemaakt van Nieuw-Zeelands schapenwol. De kleine pouf van 1 schaap de middenmaat van 2 en de grote van 3 schapen. De wol werd gekleurd met natuurlijke kleurstof uit planten gewonnen. Zo is de blauwe variant gekleurd met Wede. Alle poufs bevatten een label met informatie over de pouf (hoewel het label in de loop der jaren wel veranderd is. Op de nieuwere staat andere informatie; t.e. i.p.v. Flocks en Urchin pouf design by Christien Meindertsma...). Om het productieproces beter te kunnen volgen volgte er een tweede pouf; de Texel Ottoman. De productie werd op film vast gelegt en is op haar site en in het museum te zien in erg mooi gefilmde beelden.

Voor een van haar laatste projecten werkte Christien Meindertsma samen met het familiebedrijf Hindelooper. Waarvoor zij nieuwe meubelen ontwikkelde in opdracht van Thomas Eyck. Ook hier is weer duidelijk het oude ambachtelijke werk terug te zien. Alles op natuurlijke basis met mooi materiaal. De blauwe verkleuring op de kasten en tafel zijn bijvoorbeeld ontstaan door ijzer met eikenhout in contact te brengen waardoor het eiken blauw kleurd. De tekeningen zijn met was opgeschilderd zodat deze niet blauw zouden kleuren.
Haar laatste project krijgt in de expostitie ook veel aandacht en heeft tot verschillende producten geleid. Van lampen tot tafellakens. De basis hiervoor was 1 kavel vlas. Kavel Gz59-west om precies te zijn. Het kavel bevindt zich in de Flevopolder. Christien bestudeerde het kavel om te zien hoe vlas tot touw kan worden om getoverd, maar toen een buitenlandse investeerder de opbrengst wilde hebben heeft Christien besloten het kavel op te kopen en er producten van te gaan maken. Het resultaat is schitterend; vooral Tafelkleed 1340 G is erg mooi en prachtig geweven; uiteraard door het Textiel museum zelf!
Tip van de dag 1: Expositie bezoeken natuurlijk. Naast de expositie is ook het texiel-lab erg leuk (de fabriek waar alle nieuwe ontwerpen in productie worden genomen o.a. van Studio Job, Kiki van Eijk en Scholten & Baijings). De texielwinkel verkoopt veel van de eigenproductie.  
Tip van de dag 2: De filmpjes op de site van Christien bekijken.
http://www.christienmeindertsma.com/index.php?/projects/texel-ottoman/

Grappig feitje: Christien Meindertsma is praktisch onze buurvrouw en woont hier z'n 10 minutes lopen vandaan; aan de Provenierssingel 

Gek-ki-GEIT...

Wat doet die man daar? Dat was de vraag toen we in het Boijmans "het oordeel van Paris" zagen van Maerten van Heemskerck. Dit recentelijk ontdekte werk van van Heemskerck is nu te zien ter gelegenheid van de expositie die aan hem gewijd is. Maar zoals het met veel schilderijen uit die tijd (het jaar 1550) gaat, zitten het vol vreemde en onbegrijpelijke elementen. Ooit met een reden op het werk aangebracht, maar nu vaak ondoorgrondelijk. In eerste instantie lijkt het gewoon een verbeelding van het mythologische verhaal over Paris; de zoon van de Trojaanse koning Priamos; te zijn.



U allen bekend: In het kort: Priamos krijgt een zoon, Paris. Maar daarbij ook een droom dat deze hem het noodlot zal brengen. Dus weg met de zoon. Zoon achtergelaten in het bos. Gaat niet dood natuurlijk. Groeit op en wordt een adonus. Lang verhaal met Zeus enz. Maar uiteindelijk moet Paris een oordeel vellen wie het mooiste is en om die reden een goude appel mag krijgen; Aphrodite, Hera of  Athene. Hij kies Aphrodite, omdat zij hem de liefde van zijn leven belooft als ruil. Dit wordt uiteindelijk de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos; Helena. Nou je raad het al; begin van de Trojaanse oorlog. Noodlot van Priamos.
Maar nu terug naar het schilderij. Dit is natuurlijk wel te begrijpen; we zien Paris, Hermes, een goude appel en 3 vrouwen waarvan Aphrodite vergezeld wordt door Eros (Ik kan me enkel niet voorstellen dat dit echt de mooiste vrouwen uit die tijd waren, maar ook het beeld van de vrouw is aan mode onderhevig laten we maar zeggen). Tot dan toe begrijpelijk, maar dan de achtergrond. Wat zien we daar. Er zit daar een naakte man achter een geit. Met een schuldbewuste gezichtsuitdrukking kijkt hij onze kant op. De hand verdwijnt tussen de achterpoten van het beest, waarop de geit verbaast omkijkt. Hoe komt deze scene terecht in het schilderij van van Heemskerck. Ik kon de link niet zo snel maken. Maar gezien het feit dat je vaak dit soort vreemde taferelen tegen komt op oude schilderijen, dacht ik laat ik eens kijken of we wat kunnen herleiden. Waar komt de man vandaan? En daar wordt het verhaal alleen maar gekker van.

Waarschijnlijk is de man een herder. Nadat Paris gezoogd werd door een Berin, groeit hij op bij herders. Vermoeidelijk geitenhoeders. Dus daarmee klaar zou je zeggen, maar dan zitten we nog met de houding. Waarom zit deze naakte man achter een geit en wat doet hij met zijn hand? Vrij typische positie; te typisch om toevallig zo gekozen te zijn. En dat blijkt dan inderdaad ook niet zomaar gekozen.
Wat blijkt de man is Asher! De 8ste zoon van Jacob! Opeens komt er dus een Bijbels verhaal om de hoek kijken (uit een apocrief boek weliswaar). Dat dit Asher is weten we omdat Maerten van Heemskerck de man al een keer eerder afbeelde. In het zelfde jaar (1550) maakte Maerten van Heemskerck een ontwerp voor een 12 tal gravures die uitgevoerd werden door Dirck Volkertszoon Coornhert. Deze gravure laat Asher zien als de brenger van voedsel en om dit te verbeelden melkt hij een geit (er is echter verder weinig terug te vinden over Asher en zijn relatie tot geiten en voedsel). De apocrieve boeken over de zonen van Jacob vertellen allemaal een ethisch moralistisch verhaal, maar daarin komen niet veel geiten voor... Er blijven dus nog wat dingen onduidelijk. Waarschijnlijk vond Maerten van Heemskerck zijn afbeelding van Asher zo mooi of de houding zo typisch voor een herder dat hij dacht die schilder ik er ook nog maar bij.

Een ander leuk wetenswaardigheidje over het schilderij is dat de beelden allen ontleent zijn aan beelden die ten tijden van van Heemskercks verblijf in Rome opgegraven en verhandeld werden. Zo doet het beeld waarop Paris rust erg denken aan het beeld wat zich nu in het Capitool museum bevindt.

Tip van de dag: vergeet niet naar de achtergrond te kijken als je langs een klasiek schilderij loopt. Er valt meer te zien dan je denkt.