zaterdag 28 april 2012

De leerlingen van...


Frans Slot (coloriet glazuur) Lucie Q Bakker

Soms is het juist goed als het niet zulk goed weer is op Zaterdag ochtend. We werden wakker van de regen en net als ik moeten veel Rotterdamse verzamelaars gedacht hebben "laten we de rommelmarkt dan maar een weekje over slaan". Maar toen we zaten te ontbijten hield het op met regenen en ben ik toch maar even gegaan. En dat werd weer beloont natuurlijk. Vorige keer met een Rozenburg vaasje voor 50 euro, nu kocht ik voor 4 euro een schaaltje van Chris Lanooy en een vaas van Lucie Q Bakker! En omdat de laatste onbekender is, maar niet minder interessant kon een blog niet uit blijven.
Waar komt Lucie Quirina Bakker vandaan? Om deze vraag te beantwoorden en om het belang van haar werk te zien moeten we terug in de tijd. Er ging namelijk een ontwikkeling vooraf die veel mogelijk gemaakt heeft. Lucie Q Bakker werd in 1915 geboren in Rotterdam. Ze volgde hier de academie en verhuisde naar Amsterdam. Daar ging ze pottenbakken. Dat klinkt nu vrij gewoon, omdat zoveel mensen een eigen pottenbakkersateliertje hebben, maar in die tijd was dat lang zo gewoon niet.
Rond 1900 werd er veel keramiek gemaakt in Nederland. Door de belangstelling voor Art Nouveau en Art Deco kunst, schoten het aantal plateelbakkerijen als paddestoelen uit de grond. De bekendste fabrieken; Rozenburg, Amstelhoek, de Distel en Gouda Zuid-Holland namen de grootste productie voor hun rekening. Omdat dit aardewerk van een vernieuwde vormgeving moest worden voorzien werden kunstenaars aan getrokken. In eerste instantie om vazen te beschilderen, maar tussen deze schilders zaten ook mensen met meer ambitie en liefde voor aardewerk. De twee mensen die het meest betekend hebben in de geschiedenis van het Nederlands keramiek zijn Bert Nienhuis en Chris Lanooy. 
Zij wilde meer. Na voor Rozenburg, Haga en Firma Wed. N.S.A. Brandjes te hebben gewerkt richtte Chris Lanooy in 1907 als een van de eerste zijn eigen pottebakkers atelier op. Snel gevolgt door Bert Nienhuis die daarvoor verbonden was aan de Distel. Hier voerde ze glazuur experimenten uit en maakte zo vele keramiek unica's. Zowel Lanooy als Nienhuis werden (wereld)beroemd met hun werk. En uiteraard waren er dan ook genoeg mensen die in de voetsporen van deze keramische reuzen wilde treden. Lanooy had hier veel moeite mee.

Vaas Chris Lanooy en plastiek van Jules Vermeire
uitgevoerd door Cees Sluijter
Hoewel Lanooy veel leerlingen heeft gehad, heeft hij zijn glazuurrecepten nooit vrij willen geven. Het echtpaar Hobbel-van-Harten kreeg les van hem, maar om te voorkomen dat ze net zo succesvol zouden worden als hij, vertelde hij ze maar weinig en hielp ze meebouwen aan een keramiekoven waarin al het keramiek barstte bij het afkoelen (waarna zij nooit meer iets van Lanooy wilde weten). Zelf zijn eigen zoon Cees Lanooy heeft de recepturen van zijn vader nooit te pakken gekregen. Cees Sluijter had iets meer geluk, maar werd uiteindelijk toch met name bekend door de plastieken van Jules Vermeire die hij uitvoerde. De enige die echt bij Lanooy in de buurt kon komen was zijn trouwste leerling en hulp Frans Slot. Frans Slot voerde veel aardewerk uit voor Lanooy en heeft als beloning hiervoor uiteindelijk de geheime recepten gekregen. Frans Slot ging echter zelf door met experimenteren en maakte zijn belangrijkste stukken in zelf ontwikkelde glazuren.   
Bij Bert Nienhuis ligt het allemaal wat minder ingewikkeld. Nienhuis ging in 1917 les  geven aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus Amsterdam en had hier een hele schare leerlingen. Een van de bekendste in Lucie Q Bakker.
De leerlingen van Lanooy en Nienhuis werden veelal in de oorlog geschoold. Na de tweede wereld oorlog begonnen vele van hen eigen keramiek ateliers; het begin van wat we nu Studio-keramiek noemen. Zo ontstond er een hele nieuwe generatie van keramisten met nieuwe ideeën, nieuwe vormgeving met nieuwe mogelijkheiden. De geschiedenis van deze keramische periode moet nog geschreven worden en vandaar dat de meeste namen nog niet zo bekent zijn bij het grote publiek. Maar met de hulp van instellingen zoals museum Princessehof in Leeuwarden wordt er steeds meer gedocumenteerd en wordt het werk meer gewaardeerd.

Koffieservies Frans Slot

Tip van de dag: Je verdiepen in na-oorlogs keramiek. Een goede investering in tijden van crisis. Want doordat het werk bij het grote publiek nog niet zo goed bekend is kun je zomaar op een druilerige Zaterdag ochtend een Lucie Q Bakker kopen voor 2 euro op de rommelmarkt!

donderdag 19 april 2012

Floris Hovers

Archetoy -Floris Hovers - Yellow Cab

Nog maar een paar weekjes en dan is het zover. Dan krijgen we een zoontje. En het leuke van het krijgen van een zoontje voor een aankomend vader is dat je ongestraft opzoek kan naar mooie autootjes! Want mooie autootjes worden er gemaakt. In de jaren 30 produceerde ADO al schitterende vrachtwagens met aanhangers naar de ontwerpen van Ko Verzuu (helaas nog niet te pakken weten te krijgen, want ook deze zijn veel gezocht). In de jaren 50-60 waren het met name de Britse Dinky toy's die verzameld werden, maar daarnaast zijn er uit die tijd ook prachtige graafauto's van het Amerikaanse Tanko en houten auto's van Nooitgedagt (alleen minder zeldzaam en bijzonder dan ADO, maar ook leuk). Toen kwam er plastic en hoewel er in plastic niet veel moois gemaakt is behoort de First car van Ambitoys toch ook wel tot de klassiekers.
Maar voor mijn zoon moet er natuurlijk een bijzonder mooie auto gevonden worden! En die zijn er; de Archetoys van Floris Hovers! Deze autootjes hebben dezelfde schoonheid en eenvoud als de ADO auto's. Ze zijn gemaakt van metalen onderdelen die met enkele puntjes aan elkaar gelast zijn. Door minimale details wordt een autootje een Yellow cab, een ziekenwagen of tank-auto. De  collectie is heel divers (er is zelfs een begraveniswagen en een london-dubbeldekker). Toch zijn de autootjes niet makkelijk te krijgen. Floris Hovers maakt de meeste zelf en ze worden dus niet op hele grote schaal geproduceerd.
Floris Hovers maakt niet alleen auto's. Eigenlijk zijn de Archetoys maar een klein onderdeel binnen zijn ouevre. Floris Hovers studeerde aan de Design Academie in Eindhoven, waarna hij in 2006 zijn eigen studio opende. Daar heeft hij prachtige stoelen tafeltjes en lampen gemaakt. Allemaal wel gekenmerkt door construcieve, maar eenvoudige vormgeving. Daarmee doen de meubelen enigszins denken aan die van Rietveld, maar dan met een hedendaags karakter. 
 Op zijn vakantie in Frankrijk ontwierp hij nog een designklasieker voor kinderen. In een klein riviertje zag hij enkele plastic flessen voorbij komen drijven. Hij maakte met wat stokjes en plasticzakjes de eerste prototype voor de flessenboten. De bootjes worden verkocht als bouwpakket; je krijgt een mast, zeil, twee houtjes (het zwaard en de mast-houder) en een elastiekje. De lege shampoo-fles moet je zelf verzorgen (ook dit bootje staat nu op het kamertje van onze verwachtte zoon).

Flessenboot - Floris Hovers
Tip van de dag: Filmpje van Floris Hovers bekijken. Hier zie je hoe hij de Archetoys maakt. http://youtu.be/3iAeR3iAsiM