zondag 6 juli 2014

Lanooy in glas

Leerdam Unica A7 - Chris Lanooy

Toegegeven; ik schreef er al eens een verhaal over en inderdaad niet 1x. De blogs over Chris Lanooy vormen zo goed als het begin van een boekwerk over een van de eigenzinnigste kunstenaars van het interbellum. Hoewel Lanooy ter nauwer nood het concentratiekamp Amersfoort overleefde, werd Lanooy niet oud en overleed hij op 66-jarige leeftijd in het voorjaar van 1948 te Epe. Het belangrijkste gedeelte van zijn oeuvre maakte hij dan ook in de jaren tussen de eerste en tweede wereldoorlog. Hoewel Lanooy opgeleid werd als plateelschilder bestaat het belangrijkste deel van zijn oeuvre uit "vrij keramische werk". “Vrij” wil zeggen dat Lanooy dit werk in eigen beheer naar eigen inzicht en ontwerp maakte, en niet direct aan een fabriek verbonden was. Toch zijn er twee fabrieken waar Lanooy grote sporen achtergelaten heeft; plateelbakkerij Haga in Purmerend en glasfabriek Leerdam.

Over de laatste zal het vervolg van deze blog gaan. Want hoe kwam Lanooy daar en wat was het doel van de glasfabriek om een pottenbakker aan te trekken? Beide vragen zijn eenvoudig te beantwoorden. Lanooy werd in 1918 in dienst gevraagd van de Glasfabriek. Lanooy was toen al een zeer gerespecteerd en bekend kunstenaar. Zijn werk werd door heel Europa en tot in Amerika toe tentoongesteld. H.P. Bremmer en mw. Kröller-Müller behoorde tot trouwe bewonderaars/verzamelaars van zijn werk. P.M. Cochius werd in 1912 directeur van de Glasfabriek en was opzoek naar vernieuwing in kleur, vorm en techniek. Lanooy werd in eerste instantie gevraagd om glas te beschilderen, maar al snel ging Lanooy over tot het ontwerpen van eigen modellen.

Zoals we Lanooy kennen, deed hij dit op eigenzinnige en expressieve wijze. Lanooy hield van het experiment. Als zelfstandig pottenbakker werd hij bekend door zijn abstracte decors in prachtige glazuren. Dit wilde hij ook in glas en begon daarom met het produceren van Unica glas. De objecten (veelal vazen en schalen) kenmerken zich door het robuuste karakter. Als we ze vergelijken met die van Andries Dirk Copier zijn de Unica's van Copier over het algemeen sierlijk en verfijnd, waar die van Lanooy een expressief en soms haast explosief karakter hebben. De meeste vazen zijn donker van kleur en nauwelijks transparant. Zwart is bijvoorbeeld geen ongebruikelijke kleur. Ook zijn er veel unica's bekend waarin veel gekleurde stukken glas versmolten zijn. Maar zijn meest populaire en meest gezochte unica's zijn de ossenbloed rode exemplaren. Dit heeft uiteraard een reden; niet alleen zijn ze prachtig van kleur, maar de kleur was destijds zeer moeilijk te maken. Het was dan ook een van de andere hoofdredenen om Lanooy in Leerdam te houden. Lanooy experimenteerde veel om de optimale condities te vinden om een diep rode en oranje kleur te ontwikkelen. Dit lukt uiteindelijk door goud aan glas toe te voegen en dit tijdens het bewerkingsproces geruime tijd op 500-700 graden te houden. Door contact met zuurstofatomen wordt dit goud uiteindelijk rood van kleur. Het mooie van sommige van deze rode unica;s is dan ook dat je er nog altijd goud in terug ziet, wat het glas een nog meer bijzondere gloed en uitstraling geeft.

Een prachtig voorbeeld hiervan is de rode unica A... die Lanooy in 1926 maakte. Naast goudluster is de vaas eveneens bedekt met een uitgebreid tin craquelé patroon. Deze decoratietechniek werd ontwikkeld door A.D. Copier en Chris Lebeau. Door warm glas in tin te dopen en vervolgens uit te blazen ontstond er een craquelé patroon wat later veelvuldig toegepast zou worden voor de decoratie van unica's, serica's en zelfs enkele gebruikersglas-series.

In 1928 stopte Lanooy zijn werkzaamheden voor de glasfabriek. Na deze periode maakte hij enkel nog schilderijen en keramiek vanuit zijn eigen atelier in Epe.

 

1 opmerking:

  1. Op deze vaas is geen tinchloride aangebracht. Het gaat hier om glaspoeders en pigmenten. Die tijdens het maakproces zijn ingesmolten. Mvg
    Sacha
    Doesberg

    BeantwoordenVerwijderen