dinsdag 27 december 2011

Wishful thinking

Alweer dat landschap! Dat is wat ik dacht toen ik de litho van Kees Franse zag bij het CBK in Rotterdam. Het landschap van Zwitserland waar ik dit jaar op de veiling een schilderij van kocht is ook op deze litho weer te zien (zie eerdere blog: Op de veiling). Uit eerder onderzoek had ik al weten te achterhalen dat het Zwitserland was (zo staat het in de Argus uitgave; zie eerdere blog: Argus) en dat hij samen met Willem Westbroek in daar geweest is, omdat Westbroek het zelfde landschap schilderde en in de monografie van Kees Franse ook staat dat ze samen in Zwitserland geweest zijn (zie eerdere blog: Willem Westbroek). Maar waar in Zwitserland is niet bekend. Nou is dat natuurlijk moeilijk te achterhalen, want hoewel het land niet zoheel groot is zijn er toch vele uitzichtjes en tonen de schilderijen en litho niet heel veel herkennispunten; geen karakteristieke kerk, dorp of bergtop. Waarschijnlijk zijn zowel Westbroek als Franse na hun gezamelijke reis ook nog meerdere malen in Zwitserland geweest, wat het dan nog weer lastiger maakt om uit de schaarse informatie die er is op te maken waar ze nu precies met samen geweest zijn. Toch moet het landschap veel voor Kees Franse betekend hebben; hij maakte er immers een schilderij van, liet dit in de argus-uitgave opnemen en maakte er ook nog een litho van. 

Ondanks dat het een onmogelijke opgave lijkt heb ik toch proberen uit te vinden waar Franse en Westbroek ergens geweest moeten zijn. Het meest waarschijnlijk lijkt de provincie st.Gallen in het noord-oosten van Zwitserland. Ten eerste omdat Kees Franse hier in 1955 geexposeerd heeft met een groep andere kunstenaar (Jeune Peinture NĂ©erlandaise). In hoevere Kees Franse zelf bemoeienis heeft gehad in de organisatie hiervan is moeilijk te achterhalen, maar het is mogelijk dat de expositie juist daar was, omdat Kees Franse hier al enige contacten opgedaan had. Als we dan kijken hoe het landschap er rond St. Gallen uitziet, komt dit in grote lijnen overeen met wat we op de schilderijen zien. Veel groene heuvels met bomenrijen en weilanden, maar wat belangrijker is; achter deze groene heuvels zien we een lang uitgestrekt massief. De exacte plek zullen we wel nooit te weten komen, maar waarschijnlijk is de foto ergens in de buurt van waar ooit Kees Franse stond.

Kanttekening van de dag: Het blijft wishful thinking en uiteindelijk kunnen er geen harde conclusies getrokken worden uit deze beperkte onderzoeksresultaten, maar wie weet komen we het landschapje binnenkort wel weer tegen en komen we weer wat meer te weten.

donderdag 22 december 2011

Ontbrekende stukjes

Voor een verzamelaar zijn "gaten" moeilijk te verkroppen. Deze moeten opgevult worden, maar dat is zo makkelijk niet. Je moet immers veel zoeken en het geluk aan je zijde hebben. Maar zoals het gaat met verzamelingen is een collectie nooit compleet en bij iedere nieuwe aanwinst lijkt er weer een nieuw gat te vallen. Echter de gaten worden wel steeds kleiner. Nou, nu concreet dan...
Als ik naar onze Leerdam-glasverzameling kijk valt er meteen iets op; er ontbreekt nog al wat. Copier is goed vertegenwoordigd (belangrijke stukken zijn er: een smeerwortelglas, cactuspot, bolvaas, craquele schaal, een unica, enkel een vroege serica ontbreekt nog). Ook Lanooy is er (het juliana vaasje, een schaaltje met emaille beschildering, een vaas met omgeslagen rand en de grote ovale vaas met goudluster, nu alleen nog een unica en het kerstvaasje). Ook de jaren 50-60 zijn min of meer gedekt met unica's van Sybren Valkema en Floris Meydam (hoewel een Willem Heesen er ook niet bij zou misstaan). Maar dan... dan wordt het stil. Waar zijn ontwerpers van het begin: de Bazel, Berlage, Lebeau en de Lorm... Gaten dus!
De reden dat er niets van is in de verzameling, is omdat ze moeilijk te vinden zijn. Zeker als je opzoek gaat naar die stukken die hun belang voor de ontwikkeling van kunstnijverheid in Nederland onderstrepen. Van Berlage en de Bazel moeten er dan stukken uit hun pers-glasserviezen, enkele wijnglazen en nog mooier een Jaarbeker (maar dat is dromen tegen beter weten in) komen. Chris Lebeau is waarschijnlijk nog het lastigst, omdat deze alleen maar monumentale stukken gemaakt heeft, die destijds al regelrecht het museum in gingen. Bij de Lorm wordt het lastig om te bepalen welke stukken je nou zo moeten hebben, maar het is gelukt.

Cornelis de Lorm (1875-1942) werkte bij de PTT, maar had een sterke voorliefde voor moderne kunst(nijverheid)/toegepaste kunst. Om deze reden begon hij in 1916 een winkel; de Zonnebloem; in Den Haag. Hier verkocht hij spullen van Berlage, de Bazel en Lanooy. Ook maakte hij eigen ontwerpen. Veel van deze ontwerpen waren van hout, welke uitgevoerd werden bij de firma NV Hero de Groot. Door alle initatieve die de Lorm nam, zoals het organiseren van lezingen en tentoonstellingen in zijn winkel, kwam hij via Chris Lanooy en Berlage in contact met Cochius; de directeur van Glasfabriek Leerdam. Cochius bood de Lorm de mogelijkheid om glas te ontwerpen. En dit deed hij van 1917 tot 1926. De Lorm maakte vele ontwerpen, maar weinig monumentale. In tegenstelling tot de andere ontwerpers maakte de Lorm vrijwel enkel gebruikersglas en geen sierobjecten. Toch zijn er een aantal stukken die er uit springen; Serviezen Zonnebloem en Normaal I&II, een enorme Bowlschaal en de druppelkaraf met bijbehorende glazen. Maar er zijn dus toch ook enkele siervazen! En daar is de collectie nu mee uitgebreid! Wat de siervazen zo belangrijk maken is het feit dat ze met emaille beschilderd zijn. Er zijn maar enkele ontwerpers die met emaille gedecoreerd hebben waaronder Lanooy, de Lorm en Jaap Gidding. Geemailleerd glas is daarmee bijzonder en schaars. De decoren van de Lorm zijn sober, maar ze zijn  zeker van grote waarde. Soberheid kenmerkt het werk van de Lorm. De bekenste ontwerpen met emaille beschildering zijn de Lellie-vazen. De Lellie-vaas werd gedecoreerd met een ringpatroon met druipers of met ringen en kruisblokjes, altijd met zwart emaille.

Lellie-vaas van C. de Lorm en schaaltje van C. Lanooy
met emaille-decor
Met de komst van de Lellie-vaas is er dus weer een stapje gemaakt met het completeren van het Leerdam-glas-verzameling en is er weer een stukje opgevult. Grote vreugde en een hoop plezier! Een zorg minder dus, hoewel het ontbreken van Berlage, Lebeau en de Bazel een verzamelaar toch nog behoorlijk dwars kan blijven zitten... De zoektocht gaat verder!

Tip van de dag: Nooit de domme gedachten in je hoofd halen dat het er niet toe doet of iets nu bijzonder, zeldzaam of waardevol is en volstaan met een clichematige dooddoener als "dat maakt me niet uit als het maar mooi is...". Dit hoor je als verzamelaar te vaak. Als je mooi als enige criteria hanteert bouw je nooit een goede verzameling op. Er is te veel mooi en te weinig budget en ruimte in een huis om maar alles te kopen wat mooi is; het gaat om de combinatie: de 3 M's: Mooi > Monumentaal > Museaal!